Oké, laten we eerlijk zijn: als je op zoek bent naar het ‘echte Italië’, dan kom je vroeg of laat uit bij Napels of Palermo. Twee rauwe, levendige steden waar chaos een kunstvorm is, eten een religie, en de zon altijd nét iets feller lijkt te schijnen dan elders. Maar welke kies je nou voor een citytrip? Of voor een langere reis door het zuiden? Hier is mijn eerlijke vergelijking – van iemand die in beide met zijn voeten in de straat heeft gestaan (en soms tot zijn enkels in het vuil, dat ook).
De sfeer: ruig maar echt
Napels is een orkaan van indrukken. Scooters razen rakelings langs je heen, kinderen spelen voetbal op pleinen waar niets recht staat, en op elke straathoek word je verleid door de geur van versgebakken pizza. Het is druk, het is intens, en je bent constant op je hoede. Maar wat een karakter.
Palermo voelt… trager. Zuidelijker. Alsof iedereen net iets meer tijd heeft om te leven. Hier mengt Arabische invloed zich met barokke overblijfselen, en zelfs de straatkatten lijken een siësta te houden. Er is rommel, ja, maar ook ruimte. Ik vond het verrassend rustgevend, in vergelijking met Napels.
Eten: wie wint de smaaktest?
Dit wordt moeilijk. Napels is natuurlijk de bakermat van de pizza. En geloof me: een echte pizza margherita bij Sorbillo of Di Matteo is simpelweg niet te vergelijken met wat je thuis in de oven schuift. Ook de sfogliatella (dat knapperige gebakje met ricottavulling) is een reden om vroeg op te staan.
Maar dan Palermo… Arancine (die perfect gefrituurde rijstballen), pane con la milza (broodje met milt – klinkt heftig, smaakt fantastisch), en een streetfood-scene die je buik blij maakt voor minder dan vijf euro. En die zoete cannoli? Serieus verslavend.
Conclusie? Napels voor eenvoud en perfectie. Palermo voor variatie en avontuur.
Bezienswaardigheden en dagtrips
Als je graag dingen ‘doet’, zit je in Napels goed. Pompeï, de Vesuvius, het eiland Capri, Procida… allemaal makkelijk bereikbaar. De stad zelf heeft indrukwekkende musea, verborgen kerken, en een ondergrondse wereld die letterlijk mysterieus is.
Palermo is wat minder “toeristisch efficiënt”, maar wél fascinerend. De Palatijnse kapel, de markt van Ballarò, de mix van culturen. En wil je de stad uit? Dan is er Monreale, het ruige binnenland of de kust rond Cefalù. Minder flitsend dan Napels misschien, maar wel sfeervol en puur.
Veiligheid en gevoel
Veel mensen vragen: is Napels gevaarlijk? Persoonlijk voelde ik me er nooit écht onveilig, maar je moet wel alert blijven. Vooral ’s avonds, in bepaalde wijken. Palermo is iets relaxter op dat vlak, maar het blijft een grote stad met typische stadse risico’s. Geen hysterische angst nodig, gewoon gezond verstand gebruiken.
Budget: wat kost het allemaal?
Beide steden zijn betaalbaar, zeker in vergelijking met Noord-Italië. Napels is misschien iets duurder qua accommodatie, vooral in het hoogseizoen. Maar eten en vervoer zijn spotgoedkoop. Palermo is iets vriendelijker voor de portemonnee op het totaalplaatje. Voor minder dan €20 per dag eet je als een koning, inclusief wijn.
Dus… welke kies je?
Wil je een stad vol energie, met directe toegang tot wereldberoemde sites en de beste pizza ooit? Ga voor Napels. Het is intens, het is chaotisch, maar je vergeet het nooit.
Zoek je iets zachter, cultureel verrassend, met een meer laid-back sfeer en een keuken die je blijft ontdekken? Palermo is jouw plek.
Of, en dit meen ik: doe gewoon allebei. Vlieg op Napels, neem de boot naar Sicilië, of andersom. Want kiezen tussen deze twee is een beetje als vragen: wil je zon of zee? Italië op z’n best zit in beide.
En jij? Welke spreekt jou meer aan – het rauwe Napels of het zwoele Palermo?